Bhutan

Het Land van de Draak

Bhutan is net iets groter dan België (47.000 km) maar het heeft veel minder inwoners (750.000). De 2 grote buurlanden zijn China en India, maar de grens tussen China en Bhutan is gesloten. De Bhutanese buitenlandse politiek is bijna geheel op India gericht.
De munteenheid is de Bhutanese Ngultrum (BNT).
Je kunt ook in Indiase Rupees betalen. De koers is precies hetzelfde.
De officiële taal is het Dzongkha. Deze taal is afgeleid van het oud-Tibetaans. De naam ´Dzongkha´ betekent in het Dzongkha `burchttaal´.

De Vlag

De vlag van Bhutan is opgedeeld in 2 delen met een draak in het midden. Het bovenste deel van de vlag is geel, dat de volmacht van de koning weergeeft en het onderste deel is oranje, wat staat voor het Boeddhistische geloof. De draak stelt de naam van het land voor. In Bhutan noemen ze hun land ‘druk yul’. Dat wil zeggen: het land van de draak.

Geschiedenis

Over de vroege geschiedenis is weinig bekend. Uit archeologisch onderzoek blijkt wel, dat al in 2000 v.Chr. nederzettingen in Bhutan voorkwamen. Tot de vroege bewoners behoorden de Monpa. Bhutan kwam in de 7e eeuw na Chr. in de boeddhistische invloedssfeer vanuit Tibet. De legende vertelt, dat de Tibetaanse koning en veroveraar Songtsen Gampo werd tegengewerkt door een enorme vrouwelijke demon, die zich over een groot gebied had neergevlijd. De koning besloot op elk belangrijk gewricht van de demon een Boeddhistische tempel te bouwen, waaronder twee in Bhutan: de Kyichu Lhakhang in de Paro vallei en de Jampey Lhakhang in de Bumthang vallei. Daarmee werd de demon onschadelijk gemaakt.

Een eeuw daarna, rond 750, kwam Padmasambhava (of Guru Rinpoche, ‘kostbare meester’) naar Bhutan. Guru Rinpoche is de belangrijkste persoon uit de geschiedenis van Bhutan. Hij wordt door de inwoners van Bhutan als een heilige vereerd, omdat hij definitief het Boeddhisme naar Bhutan bracht. Dat deed hij door in het hele land de lokale geesten te onderwerpen aan het Boeddhisme. In de Bumthang vallei, bij Jakar, lokte hij met magie een demon uit diens grot, veranderde zich in een Garuda en onderwierp de demon door zijn klauwen in de demon te zetten. Op deze plaats werd later een belangrijke tempel gebouwd, de Kurje Lhakhang. Door zijn handelen werd het Boeddhisme snel populair in het land. Overal in Bhutan komt men tempeltjes tegen, waar een voetstap of een haar van Guru Rinpoche wordt bewaard. De legende vertelt, dat Guru Rinpoche op de rug van een tijger landde op een berg in de Paro vallei. Op die plek is staat nu het Taksang klooster, ook wel ‘Tigers Nest’ genoemd.

Tiger’s Nest

Nu nog zijn de dzongs belangrijke bezienswaardigheden in Bhutan. In zijn tijd waren er ook militaire aanvallen vanuit Tibet, maar de Shabdrung wist ze allemaal af te slaan. In 1651 overleed de Shabdrung; zijn stoffelijke resten bevinden zich in de dzong van Punakha.

Punakha

Bhutan was in die tijd en lang daarna een versnipperd land, waar de plaatselijke vorsten de dienst uit maakten. In 1616 vluchtte de abt van het Ralung klooster in Tibet naar Bhutan, na een religieus conflict over zijn reïncarnatie. Door zijn grote religieuze gezag was deze Ngawang Namgyal in staat geheel Bhutan onder zijn leiding te verenigen. Hij gaf het land de naam: “Druk Yul”: het land van de Druk (draak). Hij werd de eerste Shabdrung, heerser van Bhutan. Overal in het land liet hij dzongs, kloosterburchten, bouwen. Dat zijn grote ommuurde vestigingen, die werden gebruikt als bestuurlijk centrum en als tempel.

Hierna versnipperde het land weer en brak regelmatig strijd uit tussen de verschillende Dzongs. Na een machtstrijd tussen de heersers van Paro en Tsonga, zal Ugyen Wangchuck van Tsonga hieruit als winnaar komen. In 1907 laat hij zich tot eerste koning van Bhutan kronen. Zijn zoon Jigme Wangchuk werd in 1926 zijn opvolger als koning en heeft uiteindelijk tot 1952 over Bhutan geregeerd. Politieke stabiliteit en economische vooruitgang waren kenmerkt voor Bhutan tijdens de regeertijd van deze eerste twee koningen.

In die tijd was het gebied vanuit India onder Britse invloed gekomen. In 1910 werd Bhutan een Brits protectoraat waarbij het Verenigd Koninkrijk de buitenlandse politiek bepaalde, maar zich onthield van inmenging in binnenlandse aangelegenheden. Na de onafhankelijkheid van India in 1947 werd Bhutan in 1949 op zijn beurt onafhankelijk van India.

De derde koning die vanaf 1952 over Bhutan mocht heersen was Jigme Dorji Wangchuk en hij wordt gezien als de grondlegger van het land Bhutan zoals wij het tegenwoordig kennen. De macht van de eerste twee koningen was absoluut, maar koning Jigme Dorji nam het politieke systeem flink op de schop en voerde ingrijpende hervormingen door. De oprichting van de Tshogdu in 1953 is één van zijn eerste daden. De Tshogdu is de nationale vergadering van Bhutan die eens per jaar vier weken bijeenkomt.
Ook voerde koning Jigme Dorji landhervormingen door om grootgrondbezit tegen te gaan. Hij besloot toen dat elke (Bhutaanse) familie zonder land in het bezit kwam van een stuk grond en daar eigenaar van werd. Op de dag van vandaag geldt deze regel nog steeds in Bhutan. Naast het aanpakken van grootgrondbezit, schafte hij ook de slavernij in het land af. In 1968 kreeg Bhutan onder zijn leiding voor het eerst een regering met ministers. Toen werd ook het rechtssysteem hervormd door de rechterlijke macht te scheiden van de uitvoerende macht. Uiteindelijk is koning Jigme Dorji Wangchuk in 1972 gestorven.

In 1974 werd zijn zoon Jigme Sinye Wangchuk tot als opvolgende koning van Bhutan gekroond, maar deze was toen pas 19 jaar oud. In de eerste jaren van zijn heerschappij had zijn moeder, Prinses Kesang, grote invloed. De nieuwe koning vervolgde in het begin nog het moderniseringsplan van zijn vader. Maar hij voerde vanaf de jaren tachtig een nieuw beleid waarin gestreefd werd een stabiele relatie te ontwikkelen tussen traditie en vooruitgang. 
Vooral de eeuwenoude Boeddhistische traditie van het land speelt in dit nieuwe beleid een hoofdrol. De traditie komt vooral centraal te staan als in 1987 wetten in het land gaan gelden waarin het dragen van traditionele kleding en het leven volgens de oude nationale gedragscode voor de inwoners van Bhutan verplicht worden gesteld. 

Koning Jigme Sinye Wangchuk trad in december 2006 af ten behoeve van zijn zoon Jigme Khesar Namgyel Wangchuk. Het aftreden van de toenmalige koning was eerder dan verwacht, maar hiermee wilde hij de nieuwe koning de gelegenheid bieden al ervaring op te doen met de verantwoordelijkheden die een staatshoofd moet dragen. Ook wilde hij zijn zoon op deze manier voldoende voorbereiden op de overgang naar een parlementaire democratie die in 2008 zou plaatsvinden.
De eerste parlementsverkiezingen van Bhutan vonden plaats in maart 2008 en in november van datzelfde jaar is Jigme Khesar Namgyel Wangchuk uiteindelijk tot de vijfde koning van Bhutan gekroond.