Stammen van Orissa

Bonda

De Bonda is een stam in India. De stam leeft in het zuiden van Orissa en telt circa 5000 personen. Ze spreken het gelijknamige Bonda.  De stam is een van de oudste en meest primitieve op het vasteland van India, hun cultuur is weinig veranderd in meer dan duizend jaar.
De Bonda’s zijn animistisch en waren al in het gebied aanwezig voor de komst van de Indo-Ariërs. Ze worden tot de Adivasi gerekend (heterogene etnische en in stamverband levende groepen die in het algemeen worden beschouwd als de oorspronkelijke bevolking van het Indisch Subcontinent). Ze hebben een status die nog lager is dan de onaanraakbaren, en hun dorpen zijn verboden gebied voor overige Indiërs en buitenlanders.De naam Bonda betekent “naakte mensen”. Vooral de vrouwen gaan zeer schaars gekleed in een klein schaamlapje. Wel bedekken ze zo veel mogelijk van hun lichaam met grote halskettingen van brons of koper en kralen, gemaakt van gekleurde zaden (en tegenwoordig ook plastic). Hun hoofden zijn kaalgeschoren en bedekt met banden, geweven van palmbladeren en kleurige kralen. De mannen dragen slechts een lendendoekje en zijn met pijl en boog gewapend.
De Bonda leven in de heuvels, op de grens van de Indiase deelstaten Orissa en Andhra Pradesh. Dat is een nogal afgelegen gebied, waardoor hun cultuur nog niet zo beïnvloed is door de buitenwereld.
Een Bondahuis is gemaakt van bamboe, aarde met stro vermengd en houten pilaren om het dak te ondersteunen. Gras dient meestal als dakbedekking. De meeste huizen hebben twee kamers, één om in te koken en te slapen en één om granen in op te slaan. De huizen in een dorp staan kriskras door elkaar. In het centrum van een Bondadorp is een verhoging waar religieuze ceremonieën worden gehouden en hier komen de mensen samen om de laatste informatie uit te wisselen.
De Bonda leven voornamelijk van wat het land opbrengt. Van oorsprong zijn het jagers, maar door de intensieve landbouw en de dichte bevolking is er niet veel wild meer over. Nu wordt er alleen nog voor festivals gejaagd. Wel houden ze als vee geiten, kippen en varkens. Ingenieuze irrigatiesystemen samen met terrasbouw, zorgen dat er voldoende rijst is voor het hele dorp. De Bonda kennen aparte slaapvertrekken voor ongetrouwde meisjes en jongens. Vroeger sliepen de meisjes zelfs buiten het dorp, maar dat komt niet meer voor. Huwelijken worden niet door de ouders geregeld, maar ze moeten wel toestemming geven. Het is opvallend dat bij getrouwde stellen de vrouw bijna altijd ouder is dan de man. Zo is de vrouw ervan verzekerd dat de man nog voor haar kan zorgen als ze zelf oud is. De mannen vinden het niet altijd even leuk dat hun vrouw zoveel ouder is en vaak gaan de mannen dan ook liaisons aan met de vrouw van hun jongere broer. De Bonda staan erom bekend dat ze zeer agressief zijn. Onderlinge ruzies willen nog wel eens uitlopen op zware verwondingen en moorden. Ook deinzen ze er niet voor terug om af en toe eens een dorp van een ander volk, of de dichtstbijzijnde markt te plunderen. Deze plunderpartijen worden ingegeven door angst voor geesten, honger of ‘gewoon’ dronkenschap.

Kondh

De Kondh leven verspreid over heel Orissa. De naam Kondh is afgeleid van het Telugu woord Konda, wat ‘heuvel’ betekent. Het is een gastvrij volk; ze zullen bezoekers altijd ontvangen met eten en drinken, hoe arm ze ook zijn. Er wordt van ze gezegd dat ze best enige tijd zonder eten kunnen, maar niet zonder drank. Een Kondh dorp bestaat meestal uit een aantal huizen op één rij. Deze huizen worden een meter in de grond gebouwd, om zo wat koelte te verkrijgen. Naast ieder rij huizen staan andere huizen, waar jongens- en meisjesslaapzalen zijn. De kinderen gaan als ze een jaar of acht zijn naar zo’n slaapzaal en gaan dan alleen nog naar het huis van de ouders om te eten. Een oudere vrouw waakt over de meisjesslaapzaal. Vrijgezelle mannen en vrouwen slapen ook op de slaapzaal. Tussen de 18 en 22 jaar ligt de leeftijd om te gaan trouwen. Huwelijksplechtigheden gaan gepaard met allerlei rituelen en een hoop drank, veelal rijstebier. Het werk in een Kondh gemeenschap wordt zowel door mannen als vrouwen gedaan, maar er is wel een scheiding van taken. Vrouwen doen al het huishoudelijke werk, verzorgen de kinderen en helpen de mannen op het land. De mannen zijn verantwoordelijk voor al het overige werk. Rijst is het basismenu, maar meestal brengen de rijstvelden niet voldoende op voor het hele jaar. Er zijn verschillende groepen Kondh. De indeling daarvan heeft te maken met het gebied waar ze wonen. Kutia Kondh wonen onderaan de heuvels en Dongria Kondh wonen hoog in de heuvels. Zowel de mannen als de vrouwen van deze laatste groep gaan mooi getooid door het leven, met sierkammetjes en haarpinnen in het haar, oorbellen, neusringen en kettingen. De sieraden zijn van oorsprong bedoeld als zowel decoratie als bescherming; de krachten ervan moeten overgaan op de jager.

Gadaba

Gadaba

De Gadaba is met de Kondh en Bonda een van de meest oorspronkelijke en kleurrijke volken van Orissa. Ze wonen permanent in vrij grote dorpen op moeilijk begaanbaar bergterrein. Een dorp bestaat uit twee rijen huizen met een breed pad ertussen, begroeid met banjanbomen. De hoofdman bezit het grootste huis. De vaak in pasteltinten geverfde huizen bestaan uit bamboe, hout en aarde en ieder huis heeft een veranda. De Gadaba hebben aparte slaapzalen voor meisjes en jongens. Laat in de middag vertrekken de jongens met veel tromgeroffel vaak naar de naburige dorpen, om zich in het meisjeshuis te vermaken en een levenspartner uit te zoeken. Ieder dorp heeft een ontmoetingsplaats, te herkennen aan cirkelvormig bij elkaar gezette stenen. Vaak zijn die stenen heilig en vertegenwoordigen ze een god. De mannen gaan over het algemeen ‘normaal’ Indiaas gekleed, al horen een pijl en boog wel tot hun standaarduitrusting. De vrouwen dragen zeer aparte kleding. Rond hun heupen dragen ze een kleurrijk kledingstuk, gemaakt van katoen en heestervezels en geverfd met indigo. Ter versiering worden er rode, witte en blauwe strips op gemaakt. Ook de bovenkleding wordt op een zelfde manier gemaakt. Een van de armen wordt volledig bedekt met koperen of zilveren armbanden en in hun oren en om de hals dragen ze enorme koperen spiraalvormige ringen. Het haar is strak opgebonden met een stuk hout en vaak versierd met bloemen. De mannen dragen ook hier slechts een lendendoekje en pijl en boog. Trouwen is een ingewikkelde aangelegenheid. Feitelijk is er niet één vorm voor een huwelijk, maar is alles mogelijk, van polygamie en liefdeshuwelijken, tot door de ouders geregelde bruiloften. Er wordt wel altijd een bruidsschat betaald. Een echtscheiding is snel geregeld. De man betaalt een paar rupee aan de vrouw en daarmee is de zaak afgedaan. De Gadaba leven van wat het land hen opbrengt, aangevuld met vis en vlees van de jacht. Uitzonderlijk is dat ze zowel varkens- als rundvlees eten. Vooral door dat laatste kijken andere volken nogal eens neer op de Gadaba, de koe is in India immers heilig.