Boeddhisme – Tibetaans Boeddhisme

Het Tibetaans Boeddhisme is een stroming binnen het Boeddhisme, die aan het begin van de Europese middeleeuwen naar Tibet kwam.

Boeddhisme naar Tibet

Statue of Padmasambhava, Jokhang Temple, Lhasa, Tibet

In de achtste eeuw kwam het boeddhisme naar Tibet. Koning Trisong Detsen nodigde toen de Indiase boeddhistische meesters Shantarakshita en Padmasambhava uit om het boeddhisme in Tibet te vestigen en de belangrijkste geschriften te vertalen. Guru Padmasambhava zou de grondlegger zijn van het Vajrayana boeddhisme. In Bhutan en Tibet is hij bekend als Goeroe Rinpoche (de kostbare meester)en met name binnen de traditie van de Nyingma (de oudste school) wordt hij beschouwd als de tweede Boeddha.

Zo ontstond de oudste school van het Tibetaans boeddhisme, de Nyingma. In de elfde eeuw kreeg het boeddhisme een nieuwe impuls toen de meester Atisha naar Tibet kwam.  Deze Indiase boeddhistische geleerde (982-1052) zorgde  in de elfde eeuw voor een heropleving van het boeddhisme in Tibet. Daarop kwamen er nog drie scholen bij: de Kagyu, Sakya en Gelug. De Dalai Lama is de bekendste leraar binnen deze laatste traditie. 

Tantra

Het Tibetaanse boeddhisme omvat alle aspecten van de verschillende boeddhistische tradities. Specifiek voor het boeddhisme in Tibet is echter de beoefening van tantra. Daarbij worden gevoelens als verlangen en afkeer omgezet in zinvolle energie, die bijdraagt tot spirituele ontwikkeling. De methoden daartoe zijn alleen bestemd voor ingewijden. Ze bevatten onder andere de visualisatie van boeddha’s en het reciteren van mantra’s, korte, vaak moeilijk vertaalbare zinnen die, door het opzeggen ervan de geest moeten beschermen tegen storende gedachten. Vrijwel elke godheid, Bodhisattva en Boeddha in het Tibetaans boeddhisme heeft zijn/haar eigen mantra. Bijvoorbeeld de boeddha van compassie (het meevoelen en meeleven met alle levende wezens vanuit de wens dat alle voelende wezens uiteindelijk vrij zullen zijn van lijden), Chenrezig, en zijn beroemde mantra ‘Om Mani Padme Hum’.

Om Mani Padme Hum

Om mani padme hum. In zijn geheel zou de mantra ‘O, juweel in de lotusbloem’ betekenen, maar eigenlijk is het niet te vertalen. De lettergreep OM staat voor lichaam, geest en taal van de Boeddha, MANI voor de weg van de leer, PADME voor het wijsheidsaspect en HUM duidt op de vereniging van wijsheid en de weg.

Lama’s

Heel belangrijke binnen het Tibetaanse boeddhisme is de rol van de leraar, oftewel de lama. Voor zijn leerlingen is de leraar in feite een boeddha in menselijke gedaante. Hij is de begeleider op het pad naar verlichting. Bij zijn dood is een lama in staat te beïnvloeden waar hij zal reïncarneren. Zijn leerlingen gaan op zoek naar zijn reïncarnatie (tulku), die dan de rol van leraar weer kan opnemen.

Bön

Het boeddhisme in Tibet bevat ook elementen die overgenomen zijn uit de Bön, de oudste godsdienst van Tibet. De kleurige gebedsvlaggetjes bijvoorbeeld, en de demonen en orakels. De Bön bestaat trouwens nog steeds.

Boeddha

Een boeddha is een volledig verlicht wezen, dat een diepgaande kennis van de aard van de werkelijkheid heeft bereikt. Om die reden is hij/zij niet meer gebonden aan de kringloop van wedergeboorten (samsara). Als over ‘de boeddha’ wordt gesproken verwijst dit meestal naar Boeddha Sakyamuni, ofwel de historische boeddha.

Bodhisattva

Bodhisattva: Sanskriet voor ‘verlichtingswezen’, een wezen dat zich ervoor inspant andere voelende wezens te helpen de verlichting te bereiken en die, vanwege dat doel, zijn eigen verlichting als het ware uitstelt. Bodhisattva’s zijn zelf al zo ver op hun pad naar de verlichting dat zij niet meer beïnvloedbaar zijn door natuurwetten. Zij kunnen dus diverse verschijningsvormen aannemen, zich vermenigvuldigen en op meerdere plaatsen tegelijkertijd zijn. Voorbeelden van bodhisattva’s zijn: Avalokiteshvara, Tara.

Dalai Lama

Dalai Lama

De Dalai Lama is de hoogste spirituele leider in het Tibetaans Boeddhisme.
Hij wordt gezien als de reïncarnatie van Chenrezig (Avalokiteshvara) en daardoor de belichaming van compassie.
De opvolging van Dalai Lama’s gaat door middel van reïncarnatie. Voor de annexatie van Tibet door China was hij ook de politiek leider van Tibet. Maar ook de andere scholen beschouwen hem als een belangrijke meester.

Chenrezig is de Tibetaanse naam voor Avalokiteshvara, de bodhisattva van het mededogen/compassie. De meest bekende mantra is ook van deze bodhisattva is Om mani padme hum.

Avalokiteshvara

Reïncarnatie

Het geloof, binnen het Boeddhisme dat de geest continu doorgaat en dus telkens opnieuw in een nieuw lichaam geboren wordt. Afhankelijk van het opgebouwde karma zal een wezen een positieve of negatieve wedergeboorte krijgen. De cyclus van wedergeboorte (samsara) kan door een gewoon voelend wezen niet worden gestuurd en wordt daarom in het boeddhisme gezien als iets dat alleen gestopt kan worden door het ultieme inzicht te bereiken in de leegte. Hogere wezens, zoals bodhisattva’s kunnen hun wedergeboorte wel sturen. Zij kunnen zelf bepalen waar en hoe zij zullen reïncarneren om daarmee alle voelende wezens te kunnen helpen de verlichting te bereiken.

De Panchen Lama

De Panchen Lama is na de Dalai Lama de belangrijkste religieuze leider van Tibet. Na de dood van de Panchen Lama in 1989, ging een commissie in opdracht van de Dalai Lama, geheel volgens de Tibetaanse traditie op zoek naar zijn reïncarnatie.
China mengde zich in deze kwestie door zelf op zoek te gaan naar een nieuwe Panchen Lama. Zowel de Dalai Lama als de Chinese autoriteiten wezen een nieuwe Panchen Lama aan. De door de Chinezen aangewezen Panchen Lama is officieel geïnstalleerd, de door de Tibetanen aangewezen Panchen Lama is in 1995 op 6-jarige leeftijd samen met zijn ouders gearresteerd. Sindsdien is nooit meer wat van hem vernomen.

De Geschiedenis van de Panchen Lama

De functie van Panchen Lama werd in de zeventiende eeuw ingesteld door de Vijfde Dalai Lama. Uit dankbaarheid benoemde hij zijn leermeester tot abt van het Tashilunpo-klooster in Shigatse. Dit is één van de belangrijkste kloosters in Tibet. Tevens wees hij zijn leermeester aan als reïncarnatie van de Boeddha Amithaba, één van de vijf Hemelse Boeddha’s.

In het boeddhistische pantheon is Amithaba de spirituele vader van Chenrezig, van wie de Dalai Lama een reïncarnatie is. Hiermee gaf de Dalai Lama de verhouding tot zijn leermeester weer. De leermeester kreeg de naam Panchen Lama, hetgeen Wijze Leraar betekent. De leraar werd de Vierde Panchen Lama, aan zijn voorgangers in het Tashilunpo-klooster werd deze titel postuum verleend.

Spirituele Meerdere

Daar waar de Dalai Lama wereldlijk en geestelijk leider van Tibet is, is de Panchen Lama zijn spiritueel meerdere. Ondanks de goede bedoelingen van de Vijfde Dalai Lama ontstond hiermee in feite een tegenstelling. Deze werd nog eens versterkt door de rivaliteit tussen het Tashilunpo-klooster in de provincie Tsang en de kloosters in Lhasa in de provincie U.
Aan de ene kant waren de Dalai Lama’s en de Panchen Lama’s betrokken bij elkaars opvoeding en het aanwijzen van elkaars reïncarnatie, aan de andere kant liep de tegenstelling van tijd tot tijd uit tot een machtsstrijd tussen beide reïncarnaties.
De Mantsjoe-dynastie, die op dat moment over China heerste, stationeerde in de achttiende eeuw vertegenwoordigers in Lhasa, ambans genaamd. Deze probeerden de Panchen Lama op hun hand te krijgen en mengden zich in de opvolgingprocedure van de Dalai Lama en de Panchen Lama.

Tara

Een Tara is in het boeddhisme een vrouwelijke vredesmanifestatie van verlichtende wijsheid. Er zijn 21 verschillende gedaanten die allen Tara heten in alle kleuren van de regenboog, zoals de Groene Tara en de Witte Tara, resp. de godheden van het moederschap en van het handelen. In deze twee favoriete gedaanten zit ze op een troon van lotus en maan en wanneer ze een been uitsteekt dan betekent dit dat ze gereed is tot handelen.
Tara betekent letterlijk de redster. In het boeddhisme is Tara een uitstraling van de bodhisattva Avalokitesvara. Ze is ontstaan uit tranen die Avalokitesvara uit compassie met alle wezens vloeide. Tara is daarom bovenal de essentie (godheid) van het medeleven. Zij is de moeder van het Tibetaanse volk en staat bekend als een vrome koningin of gemalin. Roep haar aan of pak haar mandala en zij komt aanvliegen om te helpen.

Samsara

In het Boeddhisme spreekt men over herboren worden. Er is geen transmigratie van een eeuwige ziel. Het is onze psychische energie die overblijft en in een ander fysiek lichaam overgaat (behalve wanneer we Nirvana bereiken). Levende wezens bevinden zich in een cyclus van Samsara, het telkens herboren worden in één van de zes mogelijke werelden. Het karma dat we in onze vorige leven hebben opgestapeld, zal bepalen welke vorm ons volgende leven aanneemt.
De zes mogelijke werelden zijn:

The wheel of life
  1. De wereld van de goden
  2. De wereld van de Ashura’s (jaloerse goden)
  3. De wereld van de hellewezens of anti-goden
  4. De wereld van de dieren
  5. De wereld van de hongerige geesten
  6. De wereld van de mensen.
    Enkel mensen kunnen zich bevrijden van Samsara. Het is dus de beste wereld om in herboren te worden.