De Nepalese Burgeroorlog

De Nepalese Burgeroorlog

Tussen 1996 en 2006 was Nepal verwikkeld in een burgeroorlog, door maoïsten Volksoorlog genoemd, waarin zo’n 13.000 mensen om het leven zijn gekomen. Met hun 10.000 tot 15.000 strijders bezetten de maoïstische opstandelingen meer dan 60% van Nepal. Hun grootste doel was om de koning Gyanendra af te zetten en een communistische natie te beginnen zoals China na de revolutie. Ondanks het feit dat Gyanendra veel buitenlandse steun genoot bleven de rebellen terrein winnen. Op 21 november 2006 werd er tussen de democratische regering en de maoïstische rebellen een vredesovereenkomst gesloten.

Op 28 december 2007 stemde een overgrote meerderheid in het Nepalese parlement voor afschaffing van de monarchie. De Nepalese Grondwetgevende Vergadering besloot op 28 mei 2008 deze wet officieel in werking te stellen, waarmee het Koninkrijk Nepal overging in de Democratische Federale Republiek Nepal.

Tot 1990 was Nepal een dictatuur waarin de koning een alleenheerschappij had. Door massale protesten werd in dat jaar een parlementaire democratie uitgeroepen. In de praktijk bleek daar echter vrijwel niets van terecht te komen. Toen er in 1996 verkiezingen waren waar de Verenigde Communistische Partij van Nepal (maoïstisch) niet aan mee mocht doen, besloot zij onder leiding van Prachanda met geweld de machthebbers te verdrijven. Met hun 10.000 tot 15.000 strijders bezetten de maoïstische opstandelingen meer dan 60% van Nepal. Hun grootste doel was om de koning Gyanendra af te zetten en een communistische natie te beginnen zoals China na de revolutie. In korte tijd kwamen grote gebieden in het westen van het land onder controle van de maoïstische rebellen. In de dichtstbevolkte gebieden bleven de regeringstroepen weerstand bieden.

Birendra Bir Bikram Shah Dev was van 1972 tot 2001 koning van Nepal.
Toen zijn vader, koning Mahendra, overleed in 1972 op 51-jarige leeftijd aan een hartaanval, werd Birendra tot koning uitgeroepen. Birendra was van 1972 tot 1990 absoluut monarch (volledig regerende autoriteit) onder het Panchayat-model (partijloze ‘democratie’), waarbij de koning 85% van de parlementsleden benoemde. Als gevolg van een volksopstand in 1990 schafte hij het Panchayat-model af en voerde een democratische grondwet in. De koning benoemde daarna Krishna Prasad Bhattarai van de Nepalese Congrespartij tot minister-president. Bij de eerste vrije verkiezingen van 1991 behaalde de Congrespartij een overgrote meerderheid.

In 1996 kwam de Communistische Partij van Nepal (Maoïstisch) in opstand tegen de koning en diens regering, vanwege het uitblijven van sociale hervormingen en het feit dat de maoïsten waren uitgesloten van verkiezingsdeelname. Sindsdien heerst er burgeroorlog in Nepal. Deze onrust werd alleen maar groter toen kroonprins Dipendra in 2001 zijn vader en zijn moeder (koningin Aiswarya), alsmede andere leden van het koninklijk huis en de adel doodschoot.

De aanslag op de Nepalese koninklijke familie

Op 1 juni 2001 schoot kroonprins Dipendra onder invloed van alcohol en andere drugs een groot deel van zijn familie (waaronder zijn vader Birendra) dood en schoot zichzelf vervolgens door het hoofd. Hoewel koning Birendra op slag dood was, overleefde Dipendra eerst nog vier dagen in coma en aldus werd hij conform de regels uitgeroepen tot koning voordat hij stierf. Dipendra’s precieze motivatie is raadselachtig, al was er voordien toenemende onenigheid tussen hem en zijn ouders over zijn partnerkeuze: de Nepalese aristocrate Devyani Rani zou naar de zin van koningin Aishwarya te nauwe banden hebben met invloedrijke Indiase familieleden, hetgeen anti-Indiase sentimenten onder de Nepalese bevolking sterk zou aanwakkeren.
Toen op 4 juni ook Dipendra overleed, werd zijn oom Gyanendra tot koning gekroond. Hij trachtte de grote onrust die onder het volk was ontstaan aanvankelijk te sussen door te beweren dat Dipendra’s wapen (een AK-47) ‘per ongeluk’ zou zijn afgegaan, hetgeen echter door wapenexperts werd weersproken en door veel woedende en verbijsterde burgers niet werd geloofd. Er braken rellen uit tegen Gyanendra’s kersverse heerschappij. De Nepalese bevolking reageerde aanvankelijk vol ongeloof dat Dipendra zijn naaste familieleden had vermoord, maar latere onderzoeken en getuigenverklaringen lieten daarover geen twijfel meer bestaan. Gayanendra was weinig populair, mede door zijn sterk betwijfelde verklaring van de schietpartij en vooral vanwege zijn zeer omstreden zoon Paras (die bekend stond als een dronken ‘party animal’), die plots troonopvolger was geworden. Daardoor laaide de Nepalese burgeroorlog op.
Uiteindelijk leidde dit tot het einde van de Nepalese monarchie. In 2008 werd Nepal een federale republiek De democratie bracht echter een toename van de bureaucratie en corruptie. Het bestuursapparaat is een van de grootste en minst efficiënte ter wereld. In 2015 kwam men, zeven jaar na de afschaffing van het koningshuis, eindelijk tot een nieuwe grondwet. Deze kon echter niet op universele steun rekenen: etnische groepen in de Terai voelden zich erdoor achtergesteld ten opzichte van de bergbewoners. Demonstranten blokkeerden in 2015 enkele maanden lang de grens met India, wat tot nijpende tekorten in brandstoffen en goederen leidde.