Heilige Geschriften
Een bijbel hebben de hindoes niet, wel veel verschillende heilige teksten. De oudste zijn de Veda’s: vier verzamelingen lofzangen, gebeden, regels voor rituelen, offers en spreuken. Deze werden ±3500 jaar geleden door de Ariërs verzameld. Een ander belangrijk boek is de Bhagavad Gita, universeel erkend als juweel van India’s spirituele wijsheid. De oudste heilige geschriften zijn meer dan 3000 jaar oud. Het zijn vier verzamelingen van lofzangen, gebeden en spreuken die de veda’s worden genoemd. De oudste en meest heilige is de Rig Veda, de heilige tekst van de kennis. Andere belangrijke hindoe teksten zijn de Upanishaden en twee lange gedichten, de Mahabharata en de Ramayana.
De veda’s en de Upanishaden noemt men Shruti, ofwel gehoorde teksten. Men denkt dat een groep wijze mannen deze teksten rechtstreeks van Brahman te horen kreeg. De andere teksten heten Smriti, ofwel onthouden. Ze werden door mensen bedacht en mondeling overgedragen. Duizenden jaren lang zijn ze uit het hoofd geleerd om te onthouden.
De veda’s en de Upanishaden werden mondeling doorgegeven en later opgeschreven in het Sanskriet. Dit is de heilige taal van India. Sommige mensen geloven dat Sanskriet een speciale gave heeft om met de goden te kunnen communiceren. Het wordt nu niet meer gesproken, maar nog wel bestudeerd door priesters. Hindi, de moderne taal van India, is voortgekomen uit het Sanskriet.
De Bhagavad Gita is het belangrijkste en meest geliefde deel van de Mahabharata. De tekst vertelt het verhaal van een oorlog tussen twee koninklijke families, die de macht over een rijk wilden hebben. De Bhagavad Gita, het lied van de heer, speelt zich af op het slagveld, vlak voor het vechten begint. Het is een gesprek tussen Arjuna, een wagenmenner, en de god Krishna. Krishna vertelt dat je niet alleen maar aan jezelf moet denken.
Heilige Mannen
Tot de heilige mannen van het hindoeïsme behoren godsdienst onderwijzers, priesters en mannen die hun huis en bezittingen hebben opgegeven om een leven van gebed en meditatie te leiden. Sommige heiligen leiden een zwervend bestaan (de sadhu’s).
Een sadhu is vaak een volgeling van Shiva of Vishnu. Deze heilige mannen dragen vaak kettingen van heilige kralen en saffraangele lendendoeken. Saffraangeel is een heilige kleur. Hij heeft zijn haar en baard laten groeien. De sadhu heeft geen geld of andere bezittingen. Hij leeft van giften van andere hindoes.
Een guru helpt mensen om heilige geschriften te lezen en te bestuderen en hij leert hen over het geloof.
Elke tempel heeft zijn eigen priester die ceremonies uitvoert. Hij komt ook bij de mensen thuis om ceremonies uit te voeren, bijvoorbeeld bij een huwelijk.
Heilige Plaatsen
Elk jaar maken miljoenen hindoes een bedevaart naar heilige plekken. Vaak zijn dit tempels, bergen of rivieren. Ze reizen per trein, vliegtuig, bus, boot of ossenkar. Er zijn ook mensen die lopend op bedevaart gaan. Zo’n reis kan dan ook weken, soms zelfs maanden duren. Hindoes geloven dat een bezoek aan een heilige plek hen dichter bij de moksha, de verlichting uit de cyclus van geboorte en dood kan brengen.
Veel heilige plaatsen zijn verbonden met gebeurtenissen in het leven van goden en godinnen. Sommige zijn beroemd om hun schoonheid of hun genezende kracht. De zeven plaatsen Ayodhya, Haridwar, Mathura, Varanasi, Ujjain, Dwarka en Kanchipuram zijn steden van waaruit een hindoe kan oversteken naar de moksha.
De berg Kailash is voor hindoes de pijler van de wereld waar het heelal omheen beweegt. De berg ligt in Tibet en is een heiligdom voor de god Shiva en de godin Parvati.
De heilige rivier de Ganges vindt zijn oorsprong in Noord-India. Bij de plaats Allahabad kruist de Ganges een andere heilige rivier, de Yamuna en de mytische rivier Saraswati. Ook bij Kathmandu in Nepal stroomt een heilige rivier, de Bagmati.
De as van de voorouders van koning Bhagiratha dreef in de hemelse rivier de Ganges. De koning wilde graag dat zijn voorouders weer tot leven kwamen. Daarom smeekte hij de god Shiva om de Ganges op aarde te laten stromen. Maar Shiva was bang dat de Ganges de aarde zou verwoestenals hij het water zou laten vallen. Hij bedacht een plan. Hij ving het water van de Ganges op met zijn haar en liet de rivier rustig via het Himalaya gebergte de wereld instromen. Zo is de rivier de Ganges ontstaan. Als je de god Shiva ziet, dan zie je altijd dat er water uit zijn haar komt. Dat verwijst naar dit verhaal.
Heilige Rivieren
De Himalaya, het plaatsje Gaumukh om precies te zijn, is de bakermat van ‘Moeder’ Ganga. De Ganges is India’s heiligste rivier. Net als de bergen spelen rivieren een belangrijke rol in de religieuze beleving van veel Indiërs. Overal aan de oevers staan kleine tempels. In Allahabad mengt de rivier zich met de Yamuna, de traag stromende rivier die ook het Rode Fort in Delhi en de Taj Mahal in Agra passeert. Op de plek waar de drie rivieren (er stroomt volgens de hindoes nog een derde, onzichtbare rivier, de Saraswati) zich mengen, wordt iedere twaalf jaar het Kumbha Mela-festival gehouden. Er komen dan tientallen miljoenen pelgrims naar de rivier te baden om zo hun zonden af te wassen. Verder stroomafwaarts, in het pelgrimsoord Varanasi, komen hindoes om te bidden, te mediteren, te sterven of op de oevers van de Ganges hun dierbaren te cremeren. Geen rivier ter wereld waar zoveel menselijke as en lijken (als men geen geld heeft om hout voor de brandstapel te kopen b.v.) in terecht komt. Na het passeren van industriesteden als Kanpur, Allahabad en Calcutta is de vervuiling compleet. Het verhindert devote hindoes niet het water van de Ganges te drinken, omdat ze menen dat het zuiverend is en magische krachten geeft. Andere belangrijke rivieren van India zijn de Brahmaputra (genoemd naar de zoon van de god Brahma) in Oost-Bengalen en de Indus (‘oceaan’) in het noordwesten, de bakermat van de Indiase beschaving, die sinds 1947 door buurland Pakistan stroomt.